Genitale herpes wordt veroorzaakt door een virus en zal altijd in het lichaam blijven. Iemand die het virus bij zich draagt en zelf geen klachten heeft, kan het ongemerkt doorgeven.
Het herpes genitalis virus dringt zich via de huid en het slijmvlies van de mond, penis, vagina of anus het lichaam binnen. Condooms geven niet 100 procent bescherming tegen het virus, omdat het ook indirect over te brengen via iemands vingers of mond naar andere delen van het eigen lichaam of naar het lichaam van een ander. Het herpesvirus kan ook een koortslip, waterpokken en gordelroos veroorzaken. Voor een pasgeboren baby kan herpes erg gevaarlijk zijn.
De eerste klachten ontstaan meestal een week na besmetting met het herpesvirus. Hiernaast kan je ook last hebben van koorts en opgezette klieren. Het drogen van de blaasjes en zweertjes duurt ongeveer drie weken. De klachten zijn nu verdwenen, maar er kunnen altijd weer nieuwe blaasjes ontstaan. De kans op een nieuwe herpes-aanval wordt verhoogt tijdens menstruatie, griep, een slechte weerstand of stress. De eerste aanval is meestal het hevigst.
Het virus zal voor altijd aanwezig blijven in het lichaam. Het virus zelf is niet behandelbaar, maar de klachten zelf wel. De juiste medicatie kan de duur en omvang van een herpesaanval reduceren. De behandeling moet wel snel na het begin van de klachten worden gestart. Verschillende klachten die veroorzaakt worden door het virus hebben een eigen behandelmethode. Dit betekent dat bijvoorbeeld crèmes voor een koortslip niet werken voor genitale herpes.